Statenvertaling
Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat mij toch in de hand des HEEREN vallen; want Zijn barmhartigheden zijn zeer vele, maar laat mij in de hand der mensen niet vallen.
Herziene Statenvertaling*
Toen zei David tegen Gad: Het benauwt mij zeer. Laat mij toch in de hand van de HEERE vallen, want Zijn barmhartigheid is zeer groot. Laat mij echter niet in de hand van mensen vallen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen zeide David tot Gad: Het is mij zeer bang te moede; laat mij toch vallen in de hand des Heren, want zijn barmhartigheid is zeer groot; maar laat mij niet vallen in de hand van mensen.
King James Version + Strongnumbers
And David H1732 said H559 unto H413 Gad, H1410 I am in a great strait: H6887 - H3966 let me fall H5307 now H4994 into the hand H3027 of the LORD; H3068 for H3588 very H3966 great H7227 are his mercies: H7356 but let me not H408 fall H5307 into the hand H3027 of man. H120
Updated King James Version
And David said unto Gad, I am in a great strait: let me fall now into the hand of the LORD; for very great are his mercies: but let me not fall into the hand of man.
Gerelateerde verzen
2 Kronieken 28:9 | Klaagliederen 3:32 | Psalmen 130:7 | Psalmen 130:4 | Psalmen 106:7 | Psalmen 103:8 | Esther 4:16 | Jona 3:9 | Johannes 12:27 | Spreuken 12:10 | Psalmen 69:13 | Filippenzen 1:23 | Psalmen 51:1 - Psalmen 51:2 | 2 Koningen 7:4 | 2 Koningen 6:15 | Jesaja 46:7 | Hebreeën 10:31 | Jesaja 63:15 | Jesaja 47:6 | Esther 4:11 | Psalmen 69:16 | Hábakuk 3:2 | Psalmen 5:7 | Jesaja 55:7 | Micha 7:18 | Éxodus 34:6 - Éxodus 34:7 | Jesaja 63:7 | Jona 4:2 | Psalmen 86:15 | Psalmen 86:5